Traumatherapie kan burn-out sneller genezen

De Standaard

‘Traumatherapie kan een burn-out sneller genezen’

Experte Elke Van Hoof bepleit een nieuwe behandelmethode van burn-out, met technieken die bewezen effect hebben bij traumaverwerking. Fysie­ke activiteit moet verhinderen dat het trauma opnieuw opgeslagen wordt.

Elke Van Hoof (l.), met patiënte Elke Winters: ‘Werk maakt deel uit van het herstel.’ (Bart Dewaele)

Elke Van Hoof (l.), met patiënte Elke Winters: ‘Werk maakt deel uit van het herstel.’ (Bart Dewaele)

‘Toen ze de EMDR-technieken op mij toepasten, klaarde mijn hoofd helemaal op. Ik kan het niet anders omschrijven’, vertelt Elke Winters (42). ‘Het was het kantelpunt in mijn behandeling. Vanaf dat moment wist ik dat ik opnieuw aan het werk zou kunnen gaan – een heel fijn gevoel!’

EMDR staat voor Eye Movement Desensitisation and Reprocessing. Patiënten met angst voor spinnen of een ander – groter – trauma worden er met succes aan blootgesteld. Ze moeten met hun ogen de vinger van de therapeut volgen, terwijl ze aan hun grootste angst denken. Soms wordt er afwisselend op hun beide knieën getikt, en klinken er in hun linker- en rechteroor geluidjes.

De fysieke activiteit verhindert als het ware dat de herinnering aan het trauma opnieuw in de hersenen wordt opgeslagen. Die krijgt daardoor een andere bijklank of kleur, ze wordt minder traumatisch.

‘Als professor Elke Van Hoof deze techniek toepast bij een nieuwe doelgroep, ben ik erg benieuwd naar haar resultaten’

‘Wetenschappelijk onderzoek heeft inderdaad aangetoond dat dit werkt bij posttraumatische stressstoornissen’, zegt psycholoog Koen Lowet, gedelegeerd bestuurder van de Vlaamse Vereniging van klinisch psychologen. ‘Maar we weten nog niet waaróm het werkt. Als professor Elke Van Hoof deze techniek toepast bij een nieuwe doelgroep, ben ik erg benieuwd naar haar resultaten, zodat we daarop kunnen voortwerken.’

400 mensen behandeld

Elke Van Hoof, zaakvoerster van het Huis voor Veerkracht, ­experte in de behandeling van stress en trauma, professor aan de VUB en lid van de Hoge Gezondheidsraad, zegt: ‘Ik heb deze ­resultaten verzameld in mijn privépraktijk, en ik heb al 400 mensen volgens de nieuwe methode behandeld.’

‘De VUB zal mijn resultaten verder analyseren. Een wetenschappelijk artikel komt er nog voor de zomer aan, en deze maand publiceer ik zelf een white paper op mijn eigen website, op basis van onze analyse van honderd ­behandelde mensen. Ik wil maar al te graag de resultaten delen. Want burn-out is een groot maatschappelijk probleem. Er vallen almaar meer mensen uit, op het werk. Behalve wetenschapper ben ik ook een idealist die mee naar oplossingen wil zoeken.’

Van Hoof zegt dat ze lang niet de enige is die haar klinische werk scheidt van haar academische werk: ‘Wilmar Schaufeli heeft ook al veel eerder gecommuniceerd over zijn burn-out assesment tool, die onlangs gevalideerd is met een publicatie van de KU Leuven. Tussen het verzamelen van resultaten in de klinische praktijk en de publicatie ervan kan soms twee jaar liggen. Het probleem is te belangrijk om zo lang te wachten. En de resultaten zijn te beloftevol.’

‘Met deze behandeling kunnen mensen dubbel zo snel weer aan het werk’

Voor de nieuwe behandeling koos Van Hoof de naam ‘Insourcing’, verwijzend naar het doel: mensen met burn-out zo snel mogelijk opnieuw aan het werk krijgen. Van de honderd patiënten die ze in een eerste analyse betrok, blijken er zeventig opnieuw aan het werk te zijn, bij dezelfde of bij een andere werkgever. ‘Dat is een hoger percentage dan het meest innovatieve eerstelijnsproject dat tot op heden in het VK kan voorgelegd worden. Daar haalden ze 50 procent. Bovendien gingen de mensen ook een stuk sneller weer aan de slag: gemiddeld na drie maanden, wat dubbel zo snel is als het gemiddelde bij een klassieke behandeling.’

Werk als herstel

Dat is goed voor de economie, zegt Van Hoof. ‘Een medewerker die langdurig thuis blijft, kost ongeveer 1.000 euro per dag, aan directe en indirecte kosten. Maar de mensen zelf zijn er ook blij mee. Want het is niet leuk om thuis te zitten met een burn-out. Wie geestelijk lijdt, wil in de eerste plaats stabiliseren en herstellen, en ja, werk maakt daar deel van uit, ­zeker nu je deeltijds opnieuw aan de slag kunt. Het is des mensen om je nuttig te willen voelen en meerwaarde te willen bieden aan de samenleving. De werkplek is ook een goede plek om de nieuwe vaardigheden en de talenten die je in je therapie hebt ontdekt, uit te proberen.’

Elke Winters kon na haar ­therapie bij het Huis voor Veerkracht opnieuw aan de slag voor dezelfde werkgever, in een nieuw project. ‘Ik voel me nu veel sterker dan voorheen’, zegt ze. ‘Mijn genezingsproces is niet gestopt, het lijkt op een positieve spiraal die steeds wijder wordt. Ik heb het ­gevoel dat ik een toolbox met antwoorden heb gekregen, waaruit ik naar believen kan putten. Echt, ik zou het iedereen met een burn-out aanraden om degelijke psychologische hulp te zoeken. Je moet dat niet alleen willen doen.’

Professor Van Hoof heeft een team van zestig psychologen klaar, verspreid over het land, die opgeleid zijn om mensen met burn-out op de nieuwe manier te helpen. Ze zijn verbonden via een platform, waarop ze ook feedback krijgen. Op termijn wil Van Hoof dat platform openstellen voor alle psychologen die erin geïnteresseerd zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *